Kreupelheid

Wanneer het paard een been meer belast om het andere te sparen is zijn gang onregelmatig, dit wordt kreupel genoemd. Een paard kan plotseling kreupel worden doordat er een vreemd voorwerp, bijvooorbeeld eeen steen tussen de takken van het ijzer geklemd zit, of tussen de hoef en het ijzer in, of in de straalgroeven. Ook kan er plotseling een nagel, spijker of een stuk glas in de hoefzool zijn gedrongen. Bij plotselinge kreupeleid onderweg wordt er meteen gestgopt om de hoef hierop te inspecteren. Na verwijderening van het eventuele voorwerp nog even naast het paard bijven lopen en dan controleren of het paard niet meer kreupel is. Bij blijvende kreupelheid onbelast en rustig stappend naar huis terruggaan.

 

De drie kreupelheden:

1. Belastingskreupelheid

1. Belastingskreupelheid Deze kreupelheid komt voor onder de voorknie (handwortel) en onder het spronggewricht. Het kreupele been zal door het paard meer ontlast worden. BV: Wanneer het linkervoorbeen kreupel is brengt het paard het gehele gewicht op het rechtervoorbeen, het paard valt op het...

2. Bewegingskreupelheid

2. Bewegingskreupelheid - Is een kwestie van gewrichten, spieren en/of pezen - Schouder-boeg, zo min mogelijk bewing in de schouder, korte pasjes naar voren - Vertoont zich het meest op zachte ondergrond

3. Gemengde kreupelheid

3. gemende kreupelheid -belastings- en bewegingskreupelheid